Samenvatting van biologische landbouw

Kort samengevat betreft biologische landbouw het gebruik van teeltmethodes welke zijn gericht op het beschermen van het milieu, de mens en dieren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van duurzame landbouw. Bij het uitvoeren van biologische landbouw is enkel het gebruik van biologische middelen voor plantenvoeding en plantbeschermingsmiddelen toegestaan. Voor plantenvoeding wordt voornamelijk gebruik gemaakt van dierlijke mest, compost of speciaal samengestelde biologische plantenvoedingsmiddelen. Als plantenbeschermingsmiddelen worden veelal vallen en natuurlijke vijanden van de plagen toegepast. Ten opzichte van conventionele lansbouwmethodes is voor biologische landbouw doorgaans een grotere inspanning vereist en is de opbrengst significant lager. Echter, biologisch geteelde producten kunnen door de producent doorgaans voor een hoger bedrag worden verkocht dan conventioneel geproduceerde producten.

Definitie biologische landbouw

Op basis van regelgeving van het Europees Parlement (Brussel, d.d. 27 april 2018) betreft biologische landbouw: een overkoepelend landbouwsysteem waarbij de activiteiten binnen de productiefaciliteit en de voedselproductie gebruik maken van de best beschikbare methodes voor het reduceren van milieu- en klimaatimpact, gunstig zijn voor de biodiversiteit, gericht zijn op het behoud van natuurlijke grondstoffen, hoge standaarden worden toegepast op het gebied van dierenwelzijn en een hoge standaard op het gebied van productkwaliteit. Alles in lijn met de groeiende vraag van consumenten naar producten welke zijn geproduceerd op basis van natuurlijke grondstoffen en biologische processen.

Producenten binnen de biologische landbouw proberen de invoer van materialen naar het milieu te reduceren. Daarnaast wordt gebruikt gemaakt van milieuvriendelijke productiemethodes in hun dagelijkse bedrijfsvoering. Bijvoorbeeld, binnen de biologische landbouw wordt voornamelijk gebruik gemaakt van gewasrotatie om nutriënten tekorten in de bodem zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van biologische mest welke wordt toegepast in hoeveelheden welke door de wet is toegeschreven. Stikstof-bindende-bacteriën worden toegepast om de stikstofgehalten in de bodem te verhogen.

Voor zover onkruidmanagement wordt voornamelijk gebruik gemaakt van mulchen, handmatige verwijdering en grondbewerking. Veelal wordt onkruid verwijderd met gereedschap welke speciaal ontworpen is voor gebruik in de biologische landbouw. Binnen de biologische landbouw wordt het gebruik van kunstmatige chemicaliën zoveel mogelijk vermeden. Derhalve wordt voor de bescherming van gewassen tegen ongedierte doorgaans gebruik gemaakt van vallen of natuurlijke predatoren.

Hoe wordt een boerderij gecertificeerd als “biologisch”?

Biologische landbouw is in elke land gespecificeerd en gedefinieerd in de wet. Het commercieel gebruik van de term ‘Biologisch’ is beschermd door de overheid. Er zijn specifieke acties welke elke producent dient te volgen (of vermijden) om gecertificeerd te worden als biologische boer. Zelfs een kleine afwijking van de wet kan leiden tot het intrekken van het certificaat voor biologische productie.

Indien je geïnteresseerd bent in het starten van biologische productie dan kan je een aanvraag doen voor een certificering bij een gemachtigde instantie. Indien je voldoet aan de standaarden dan wordt na een bepaalde tijd (bijvoorbeeld 3-4 jaar bij de productie van bomen) een goedkeuring gegeven door de overheid voor het certificaat van biologische productie. Ieder die zich aan de wet en regelgeving houdt voor biologische productie kan zijn of haar producten verkopen als “gecertificeerd biologisch” en mogen het label voor biologische productie op de producten plaatsen. Dit gaat doorgaans samen met een hogere verkoopprijs.

Principes van biologische productie 

Op basis van de IFOAM (International Federation of Organic Agriculture Movements) zijn de principes van biologische landbouw als volgt:

  • Biologische landbouw behoudt en verbeterd de gezondheid van de bodem, planten, dieren en mensen als een geheel;
  • Biologische landbouw is gebaseerd op de levende ecologische systemen en kringlopen, werkt ermee samen, streeft deze na en helpt ze te behouden;
  • Biologische landbouw moet bouwen op relaties die zorgen voor eerlijkheid met betrekking tot het milieu en levensprocessen;
  • De producent dient gebruik te maken van biologische technieken en moet zich voorzichtig en verantwoord opstellen om de gezondheid en kwaliteit van het milieu voor de huidige en toekomstige generaties te waarborgen.

De algemene doelstellingen voor biologische landbouw zijn:

  • De productie van veilig en gezond eten, vrij van agrochemische stoffen;
  • Bescherming van het milieu doormiddel van duurzame bedrijfsvoering (bescherming van de bodem, watervoerende pakketten, biodiversiteit);
  • Het duurzaam gebruiken van energie en natuurlijke grondstoffen (bijvoorbeeld gebruik van water, bodem en organisch materiaal);
  • Het behoud en verbeteren van vruchtbare bodem en de biologische activiteit van de bodem;
  • Het beschermen van boeren/producenten tegen blootstelling aan schadelijke chemicaliën;
  • Het zorgen voor een goede gezondheid en gesteldheid van dieren.

De precieze regels en wetgeving betreffende biologische landbouw technieken en controle methodieken zijn afhankelijk van nationale en lokale wetgeving en verschillen mogelijk van land tot land.

Desondanks zijn onderstaand enkele basis principes en methodes voor biologische landbouw weergeven.

Voorbeelden van biologische landbouw technieken:

  • Gewasrotatie (voorkom een monocultuur welke geleidelijk resulteert in bodemdegradatie);
  • Gebruik van biologische groenbemesters;
  • Gebruik van dierlijke mest en planten residuen (compost);
  • Hergebruik van organische materialen;
  • Gebruik van alternatieve plantbeschermingsmiddelen (natuurlijke vijanden/predatoren) en voedingsmiddelen;
  • Gebruik van lokale dieren of diersoorten welke beter aangepast zijn aan de lokale omstandigheden;
  • Verzekeren van een hoog niveau van dierenwelzijn;
  • Voorkom het gebruik van Genetisch Gemodificeerde Organismen (GMO`s) en producten welke zijn geproduceerd met/van GMO`s.

De basisfilosofie van biologische landbouw

De algemene filosofie van biologische landbouw houdt in dat de producent een volledig begrip heeft van het concept van een gesloten natuurlijk ecosysteem (minimale input en output) en gebruik maakt van de gezonde componenten binnen het reeds bestaande ecosysteem. Een boer dient zijn of haar boerderij te behandelen als een separaat ecosysteem, met een kleine input en output. Veel goederen worden wanneer mogelijk gerecycled wat duurzaamheid ten goede komt.

Bijvoorbeeld, stel je voor dat we een biologische olijvengaard hebben. In plaats van het verwijderen en verbranden van de afgesnoeide takken worden ze vermalen en versnipperd in speciale machines. De snippers worden in de bodem verspreid. Dit heeft voordelige effecten. Het is berekend dat met elke 1.000 kg aan olijvenhout (met een vochtgehalte van 50%) wat wordt aangewend in de bodem 4 kg stikstof, 0,5 kg fosfaat, 4 kg kalium, 5 kg calcium en 1 kg magnesium aan de bodem wordt toegevoegd (Amirante et al., 2002). Deze techniek verminderd de behoefte aan chemische voedingsstoffen waarvan de meeste niet zijn toegestaan in biologische landbouw. Op deze manier wordt de in- en output van de productie zoveel mogelijk verminderd en wordt hergebruik bevorderd binnen de olijfgaarde. Er zijn uiteraard ook situaties waarbij takken direct dienen te worden verwijderd van een biologische boerderij. Bijvoorbeeld wanneer de boom te maken heeft met een ziekte of ongedierte.

Begrip en voorkomen van contaminatie

Naburige velden kunnen mogelijk verontreiniging veroorzaken op een veld met biologische teelt. Voorbeeld hiervan is een boer welke pesticiden gebruikt die door de wind van zijn veld op het naastgelegen biologische veld belanden. Echter, vervuiling wordt niet alleen door pesticiden veroorzaakt. Gedurende het snoeien of oogsten is er een verhoogd risico op het ontstaan van bodem- of waterverontreiniging simpelweg door het gebruik van machines (bijvoorbeeld door een olie lek). Een producent dient begrip te hebben van het risico op vervuiling en de juiste preventiemaatregelen te treffen.

Om het risico op verontreiniging met pesticides (gedragen door de wind) van nabij gelegen velden te verkleinen kunnen bijvoorbeeld hagen worden aangelegd. Dergelijke planten vormen een natuurlijke bescherming van het gebied welke het risico verkleint op inwaaiende pesticides. Verder kan een boer de drainage of waterafvoer aanpassen. Deze methode kan ervoor zorgen dat het afgespoelde water niet met pesticides wordt verontreinigd. GMO`s (Genetisch Gemodificeerde Organismen) zijn tevens een verontreinigende factor bij biologische landbouw. Het is belangrijk om de geschiedenis van de velden en de voorgaande gewassen te controleren bij het starten van biologische landbouw. Op geplande velden voor biologische landbouw mogen in het verleden geen GMO`s zijn geteeld. Boeren mogen ook het gebruik van onbehandelde zaden overwegen. Aanvullend, een boer dient de zaden te kopen van een producent welke zich niet bezig houdt met genetische modificatie. Tot slot, om het verontreinigingsrisico van biologische producten te verkleinen dienen boeren de gebruikte bewerkings- en oogstapparaten, transportmethoden en opslagplaatsen niet te delen met conventionele boeren. Er zijn diverse standaardmethodes. Echter dient elke producent zijn eigen onderzoek te doen alvorens deze toe te passen. Hiervoor kan advies worden ingewonnen bij je lokale overheid en certificeringsinstantie.

Meststoffen in biologische landbouw

Het overgrote deel van de chemische voedingsstoffen (bijvoorbeeld minerale stikstoffen) zijn niet toegestaan in biologische landbouw. De producenten mogen enkel meststoffen gebruiken welke zijn toegestaan voor biologische landbouw.

Een goede vruchtbaarheid van de bodem is vitaal voor plantengroei. Stikstof, maar ook fosfaat en kalium zijn essentieel gedurende de diverse stages van plantengroei. Aangezien conventionele meststoffen niet zijn toegestaan zijn onderstaand enkele opties weergeven.

Groenbemesters

Groenbemesters productie begint met het inzaaien van een eenjarige of meerjarige plant (bijvoorbeeld Alfalfa, Wikke) op het veld. Deze methode verbeterd de vruchtbaarheid, structuur, wateradsorptie en het vochtgehalte in de bodem. Daarnaast kan het een goede maatregel zijn tegen onkruid. Stikstof-fixerende planten, zoals Alfalfa, Kruip Klaver, Lupine, erwten en kikkererwten etc. worden veel toegepast voor deze reden. Granen zoals haver en gerst worden ook toegepast. Aangezien deze planten (voornamelijk peulvruchten) grote hoeveelheden stikstof absorberen zorgt het toevoegen van deze planten aan de bodem voor een toenamen van de nutriënten in de grond. Indien de producent dergelijke planten wil toepassen is het belangrijk dat de zaden niet vervaardigd worden door middel van genetische modificatie.

Compost

Composteren is een natuurlijk proces waarbij bepaalde micro-organismes, zoals bacteriën organisch materiaal omzetten naar humus. Aan het eind van het proces ontstaat compost. Compost bestaat uit een mix aan organisch materiaal, nutriënten en spore elementen. Het is een manier voor natuurlijke bemesting welke tevens bodem verbeterende eigenschappen bevat. Echter, alvorens het toedienen van compost dien je een lokale landbouwdeskundige te raadplegen.

Mest

Een andere manier van biologische bemesting is het gebruik van mest (doorgaans dierlijke mest van biologische boerderijen). De mest dient goed verteerd te zijn. De boer kan het rondom de planten toepassen. Het wordt aanbevolen om een landbouwdeskundige te raadplegen alvorens toediening van mest. Sommige producenten bedekkend de bodem met dood plantenmateriaal om bodem vruchtbaarheid te verbeteren en onkruid te voorkomen. Dit proces heet mulchen.

Hydrocultuur is doorgaans niet toegestaan. Hydrocultuur is een methode waarbij producenten geen vaste bodem gebruiken voor de productie. De wortels groeien in een inert substraat welke wordt verrijkt door middel van een nutriëntenoplossing. Volgens de autoriteiten van de meeste landen dient biologische landbouw plaats te vinden in een levende bodem.  In de Verenigde Staten is hydrocultuur onlangs wel toegestaan binnen de biologische landbouw.

Gewasbescherming en onkruidcontrole in biologische landbouw

Binnen de biologische landbouw is het gebruik van de meeste pesticiden, herbiciden en fungiciden niet toegestaan. Ecologisch verantwoorde methoden kunnen ziekte en ongedierte uitbraak voorkomen.

Het voorkomen van schade door ziekte, onkruid of ongedierte kan worden voorkomen door:

  • Het gebruik van natuurlijke vijanden (predatoren zoals lieveheerbeestjes);
  • Selecteren van resistente soorten en variëteiten;
  • Gewasrotatie;
  • Goede groeitechnieken (een goede snoeimethode);
  • Inzaaien van bepaalde planten (zoals Wikke) tussen de hoofdgewassen. Sommige planten (zoals Wikke) staan erom bekend dat ze op een natuurlijke wijze onkruidgroei remmen.

Over het algemeen bevelen biologische boeren lokale zaden of soorten die goed aan de lokale omstandigheden zijn aangepast aan. Daarnaast kunnen boeren tijdstippen uitkiezen voor het zaaien welke ziekte uitbraak voorkomen en de bodemgesteldheid verbeteren. Ziektevrije zaden en schone beplantingsmaterialen zijn ook noodzakelijk.

Biologische veeteelt

Biologische veeteelt heeft als kernpunten een goed welzijn van de dieren en het toepassen van milieuvriendelijke productiemethoden. Dit vertaalt zich in producten van goede kwaliteit terwijl de boeren tegelijkertijd voldoen aan alle standaarden op het gebied van dierenwelzijn. Het toepassen van biologische veeteelt betekend dat aan strikte regelgeving gehouden moet worden. Deze regelgeving verzekerd dat de waardigheid van dieren, het welzijn en de voedingsrichtlijnen van de producten worden gewaarborgd. Tevens wordt het publieke vertrouwen in de productie verzekerd.

Om aan alle voorwaarden te voldoen dienen de dieren te worden geboren en opgevoed met biologisch voedsel binnen een biologische boerderij. Dit betekend dat alle onderdelen van het voedsel van biologische oorsprong moeten zijn. Veelal worden de voedselgewassen door de biologische producent zelf verbouwd om de biologische oorsprong te garanderen.

Veetelers dienen gezonde soorten te selecteren welke zich goed kunnen aanpassen aan de lokale weersomstandigheden. Doorgaans worden enkel inheemse soorten gebruikt. Het is essentieel om een goede diergesteldheid te garanderen. Hiervoor moet al het personeel een basis kennis en vaardigheden hebben in diergezondheid en veiligheid. Het gebruik van kooien wordt zoveel mogelijk vermeden. De dieren moeten vrij uit de stal kunnen lopen naar het weiland. Gevogelte dient toegang te hebben tot een openluchtgebied voor een groot deel van hun leven (meer informatie na te vragen bij de lokale overheid en certificeringsinstantie). Bij biologische veeteelt dienen sommige dieren in groepsverband te leven, zoals dat ook in de natuur gebeurd. Het vastzetten of isoleren van dieren is enkel toegestaan indien het noodzakelijk is voor het welzijn of bescherming van het dier. Isolatie van een dier is enkel toegestaan voor een gelimiteerde periode.

Stoffen zoals hormonen, groeiversnellers en synthetische aminozuren zijn doorgaans niet toegestaan in biologische veeteelt. Binnen de conventionele veeteelt kunnen bijvoorbeeld hormonen worden toegevoegd voor een optimale voortplantingssnelheid. Binnen biologische veeteelt zijn dergelijke stoffen niet toegestaan behalve als het noodzakelijk is voor de diergeneeskundige behandeling van een individueel dier. In een dergelijk geval wordt het dier geïsoleerd in een voldoende ruime locatie welke is voorzien van stro of ander geschikt bodemmateriaal. Informatie hierover kan worden ingewonnen bij je lokale overheid of certificeringsinstantie.

Biologische bijenteelt

Biologische bijenteelt is mogelijk ingewikkelder dan biologische veeteelt. Dit komt voornamelijk omdat de controle over insecten doorgaans lastiger is dan bij grotere dieren. Hierdoor kan niet worden voorkomen dat bijen nectar verzamelen van conventionele boerderijen. Desondanks zijn er enkele maatregelen welke een imker kan ondernemen om dit zoveel mogelijk te voorkomen.

Ten eerste dienen de bijenkorven op een locatie geplaatst te worden waar nectar of bloemen aanwezig zijn welke voornamelijk van biologische oorsprong zijn. Hierdoor wordt het risico op verontreiniging voorkomen. Indien er een noodzaak is om de bijen extra te voeden door een gebrek aan natuurlijke voedsel dan kan de imker gebruik maken van biologische producten (zoals biologische honing of suiker).

Aan het einde van het seizoen dienen in de bijenkolonies voldoende honing en pollen achter te blijven zodat de bijen de winter overleven. Producenten mogen geen synthetische chemicaliën gebruiken gedurende de honingextractie. Daarnaast is het gebruik van chemicaliën voor het behandelen van ziektes bij de bijen niet toegestaan. Er is een uitzondering waarbij sommige producten (altijd biologisch van aard) zijn toegestaan voor het voorkomen van Varroa destructor (Varroamijt). Meer informatie is te vinden bij je lokale overheid of certificeringsinstantie.

Conclusie: “To be or not to be”, wel of niet biologisch

Het kiezen van biologische landbouw ten opzichte van conventionele landbouw vanuit milieutechnisch of financieel opzicht is niet makkelijk. Sommige boeren kiezen voor biologische landbouw omdat het goed past bij hun filosofie terwijl veel andere er pas voor kiezen na het berekenen van de kosten en opbrengsten. Zekerheid is dat sommige biologische boerderijen niet competitief zijn ten opzichte van conventionele landbouw omdat het areaal te klein is of omdat er geen ervaring is met alle bijkomende kosten. Veel boeren kiezen voor biologische landbouw omdat ze vertrouwen op de kwaliteit van het product. Uitgangspunt is dan een kleine productie van zeer hoogwaardige producten welke voor een hoge prijs worden verkocht. Terwijl de een hierin succesvol is, is de ander dat niet. In elk geval geldt dat voor de uitvoer van succesvolle biologische landbouw een goede kennisbasis, speciale technieken, begeleiding en een zekere ervaring nodig zijn.

ONZE PARTNERS

We bundelen onze krachten met NGO, universiteiten en andere organisaties wereldwijd om onze gemeenschappelijke missie op het gebied van duurzaamheid en menselijk welzijn te vervullen.