Gewasbeschermingsmaatregelen tegen plagen en voornamelijk ziekten is meestal nodig om het tarwegewas’ gezondheid, opbrengst en graankwaliteit te beschermen. Tarwe is vatbaar voor meer dan 30 ziekten veroorzaakt door schimmels, virussen en bacteriën. De aanwezigheid van pathogenen in een regio, de ernstigheid van symptomen en de mate aan verspreiding van het pathogeen kan significant verschillen. Voor alle tarwetypen (winter, zomer en durum) is lente de belangrijkste tijd voor veel ziekteproblemen, terwijl er ook wat risico is p[ omfectie tijdens de eerste helft van de herfst.

Om de invloed van plagen en ziekten te minimaliseren, moet de teler opletten op het volgende:

Investeer in voorkomende maatregelen: Dit is van topbelang, voornamelijk voor bacteriën en virussen.

  • Gebruik resistente of tolerante variëteiten. Tegenwoordig hebben veel variëteiten resistentie tegen een of meer belangrijke tarweziekten en tolerantie tegen veel plagen. Geef voorkeur aan de varianten met resistentie voor pathogenen die meer voorkomen in de regio.
  • Gebruik gezonde (ziekte en plaagvrij), schone, gecertificeerde zaden.
  • Het gebruik van zaadbehandelingen (fungiciden) kan een optie zijn in sommige gevallen – vraag de  professionele agronoom.
  • Pas de zaaitijd aan.
  • Implementeer gewasrotatie, idealiter met gewassoorten met verschillende “vijanden” of resistentie tegen de meest belangrijke tarweplagen en ziekten. Dit verminderd de populatie van de beginnende pathogeen hoeveelheid (inoculum).
  • Houdt het veld onkruidvrij en doe iets met de gewasresiduen. Onkruid en gewasresiduen kunnen dienen als ziekte en plaag gastheren en helpen met het overwinteren van enkele belangrijke ziekteverwekkers en plagen.
  • Houdt de plant vitaal. Vermijd waar mogelijk waterstress en nutriëntentekorten.
  • Onderzoek het veld op regelmatige basis en voornamelijk tijdens periodes met gunstige milieuomstandigheden voor infectie en verspreiding (hoge luchtvochtigheid, milde temperatuur, etc.).
  • Ken de “vijand’s” fysiologie, de gunstige milieuomstandigheden voor groei en de manieren van tempo en verspreiding.

In het geval van een bekende veldgeschiedenis met betrekking tot een specifieke plaag of pathogeen, is er allicht een noodzaak voor voorkomen en/of controlemaatregelen. Dit kan vooral nodig zijn in schimmelziekten en grondgebonden insecten. Plantenschimmels en insecten hebben meestal een hoge verspreidings mogelijkheid. Als gevolg moet de teler allicht actie nemen als verdachte symptomen of grote insectenpopulaties worden geobserveerd in naburige (tarwe) velden. Consulteer de  gecertificeerde professionele agronoom.

  • Handel snel en precies. Herkenning van de ziekte (pathogeen) in een vroeg stadium kan je helpen het juiste product (controlemiddel) te kiezen en de verspreiding en oogstverlies laag houden met minimaal gebruik aan chemicaliën. Waar nodig, stuur samples voor analyse.
  • Heb geplande in-gewas fungicide planning. Over het algemeen zijn fungiciden effectiever als beschermers. Onthoudt om het sproeien te herhalen wanneer en hoe lang nodig.
  • Weet welke ziekteverwekkers en plagen in je regio resistentie hebben ontwikkeld tegen specifieke actieve stoffen.

De meest voorkomende en belangrijke ziekten in tarwe

De meeste tarwetelers investeren in gewasbescherming in de lente (mei) wanneer de planten in de reproductiefase komen. Een van de meest significante bedreigingen voor oogst zijn bladziekten. De meestvoorkomende vroegeseizoens bladziekten zijn valse meeldauw en Septoria bladvlek.

Valse meeldauw

De schimmel Blumeria graminis f. sp tritici  veroorzaakt de ziekte en kan tarweoogst verminderen bij tot 25%. De groei van het pathogeen heeft voorkeur voor koel (10-20 C/ 59-72 F) en nat weer (boven 85% luchtvochtigheid) (1).

In de vroege stadia, verschijnen de symptomen als gele vlekjes op bladeren die later worden bedekt in pluizig wit poeder. De symptomen beginnen meestal van lagere bladeren en reizen omhoog (soms in stengels en aartjes).

De ziekte is best moeilijk om te controleren als het gevestigd is in het gewas. De managementstrategiën bevatten:

  • Het gebruik van resistente variëteiten.
  • Eliminatie van vrijwillige tarwe en andere plant gastheren.
  • Gewasrotatie.
  • Preuts gebruik van N-bemesters.
  • Gebruik behandelde zaden en foliaire fungiciden (2).

Meestal worden fungiciden gespoten bij aaropkomst of het verschijnen van ziekte in het vlagblad (3). Vraag je  gecertificeerde professionele agronoom.

Septoria bladvlek

Septoria is een groot probleem voor tarwegewassen in veel gebieden. Bij ernstige infectie van de ziekteverwekker Septoria tritici (Mycosphaerella graminicola) kunnen oogstverliezen van 50% voorkomen.

Het meest voorkomende symptoom dat verschijnt vroeg in de winter is de verlengde en chlorotische laesies-vlekken op de bladeren. In het bevlekte gebied verschijnen kleine zwarte vlekjes, en terwijl de infectie doorgaat wordt het bladweefsel necrotisch terwijl aartjes ook vatbaar kunnen zijn.

Resistente variëteiten zijn de belangrijkste beschermende maatregel tegen Septoria. Laat zaaien kan ook hulpvol zijn. Fungicide aanbrenging is gewoonlijk effectief tijdens de eerste fasen van het pathogeen en kan de ziekte in de lagere bladeren van de planten houden. Vermijdt grote hoeveelheden chemische producten te gebruiken omdat het pathogeen dan snel resistentie kan ontwikkelen. Resistentie van Septoria tegen strobilurine is inmiddels wereldwijd verspreid (4).

Roest

Er zijn 3 hoofdsoorten aan Puccinia die tarweplanten kunnen infecteren:

  • Bruin (bladeren) ?Puccinia recondite
  • Zwart (stengels ?Puccinia graminis f.sp. tritici
  • Geelgestreept (bladeren, bladnekken en kaf)Puccinia striiformis

De pathogenen kunnen milde winters overleven en de expressie van symptomen is sterker in late herfst of vroege lente of na de opkomst van het vlagblad (P. striiformis). Ernstige infecties kunnen leiden tot significant oogstverlies, verminderde graankwaliteit of zelfs gewasfalen.

De ziekte uit zich door het vormen van chlorotische-necrotische postulen op het geïnfecteerde plantendeel met geel tot orange of donkerrood-bruin gekleurde stippen (urediniosporen).

Als behandelingshandelingen stellen agronomen voor om resistente tarwevariëteiten te gebruiken tegen een of meerdere Puccinia soorten. Daarbuiten, het onder controle houden van vrijwillige tarwe in de herfst, het gebruik van behandelde zaden, op tijd zaaien en bladbesproeiing met fungiciden zijn ook effectief (vraag de lokaal gesertificeerde professionele agronoom). De beste bescherming wordt gehaald door het combineren van alle bovenstaande maatregelen (51).

Fusarium oorziekte (scab)

Veroorzaakt door de schimmel Fusarium graminearum (Gibberella zeae) is de meest catastrofale tarweziekte wereldwijd, met meer dan 50% oogstvermindering. De schimmel infecteerd het oor van de tarweplanten tijdens het bloeistadium en produceerd gevaarlijke mycotoxines (vomitoxine). De geïnfecteerde tarwearen worden witachtig en de granen verkleuren, krimpen, verschrompelen en verliezen gewicht. Korrels bedoeld voor bloemproductie (menselijke consumptie) moeten minder dan 2 ppm vomitoxine hebben (6). 

Waar eerder oogsten het aantal geïnfecteerde korrels kan verminderen, zijn de gifniveaus lager als de korrels geoogst zijn bij 13-15% vochtgehalte (Simón et al., 2021). Ondanks dat verschillende fungiciden effectief zijn in scab controleren, is chemische controle meestal niet genoeg. De tijdige aanbrenging van fungiciden gecombineerd met het gebruik van resistente cultivars, residu management en gewasrotatie wordt verwacht de beste resultaten te hebben.

Stuifbrand

Dit is een zaadgeboren ziekte en komt meer voor in gebieden waar zaden horizontaal verspreid wordt tussen de boeren. Oogstverliezen zijn meestal laag, maar kunnen tot 30% bereiken in ernstige infecties.

In de geïnfecteerde bloeihoofden, worden bloemen en zaden vervangen door massas aan brandsporen die wegwaaren, een lege spil-stengel achterlatend.

De beste preventiemaatregelen is het gebruik van resistente variëteiten en gezond schoon zaad met fungicidebehandeling in combinatie met biologische bestrijdingsschimmel (Trichoderma viride- 4 gm/kg zaad). T.viride kan ook de initiële robuustheid van het gewas verbeteren, en de behandeling van de zaden zou 72 uur voor het zaaien gedaan moeten worden, gevolgd door de fungicide 24 uur voor zaaien. De genoemde maatregelen zijn ook effectief op het controleren van kweekgrasbrand (3)Je moet altijd een lokaal geregistreerde agronoom consulteren.

Kroonrot 

Het is een belangrijk probleem in veel wintertarwevelden, voornamelijk in noordelijke regios en meer voorkomend in kleigronden. De ziekte wordt meestal veroorzaakt door de schimmel Fusarium pseudograminearum. 

De teler zou moeten zoeken naar de karakteristiek bruine kleur in de geïnfecteerde scheuten hun basis (tot 2-4 nodes hoog). Witte aarformatie kan worden geobserveerd. De planten vallen en worden makkelijk uitgetrokken.

Als managementmethoden, stellen agronomen vaak vroeg zaaien (wintertarwe), gewasrotatie, residumanagement, adequate zinkvoeding en gebruik van resistente tarwecultivars (8).

Bacteriële bladstreep (zwartkaf)

De ziekte wordt veroorzaakt dood Xanthomonas ampestris pv. translucens (Xanthomonas translucens pv. undulosa) en is meer prevalent in warm, vochtig weer en in planten waar het bladweefsel beschadigd is. Oogstverliezen zijn meestal niet ernstig maar in extreme gevallen kan het 40% bereiken. Het pathogeen groeit optimaal bij temperaturen boven 25 oC (78 oF) (9).

Het karakteristiek van de ziekte is het sporadisch verschijnen in een stuk van het veld (symptomen in vlekken). Doordrenkte laesies verschijnen op de bladeren, en in een gevorderde infectie wordt zwarte kaf gedetecteerd.

Alle kleine granen en grassen zijn gastheer voor het pathogeen en moeten vermijden worden in een gewasrotatiesysteem. Erg weinig bactericiden zijn beschikbaar (koperbasis). De meest effectieve maatregelen zijn het gebruik van een resistente variëteit, gezonde zaden en de management van gewasresiduen en onkruid.

Ten slotte zijn er geen controlemaatregelen voor virale ziekten. Als gevolg zijn beschermende maatregelen een teler’s enige optie. De meest effectieve maatregel is een resistente variëteit gebruiken en het onder controle houden van vrijwillige tarweplanten en insecten die drager en verspreider van het virus kunnen zijn. Terwijl meerdere virale ziekten tarwe kunnen besmetten, worden gerstegele dwerg en tarwe streep mozaïekvirus als het meest belangrijk beschouwd.

De meest voorkomende en belangrijke plagen in tarwe

Insecten vormen meestal geen groot probleem voor tarwegewassen. De ernstigheid van een infestatie kan verschillen van jaar op jaar, tussen verschillende geografische regios, en kan beïnvloed worden door de gewassoorten verbouwd op het veld. Monocultuur tarwe of alleen kleine graangewassen kan zorgen voor het verschijnen van een grotere, gevaarlijkere populatie van tarweinsecten. Tussen deze zijn Sitodiplosis mosellana, hessische mug, Halmwespen, trips, bladluis, aardrups, spodoptera, grasgoudhaantje, Helicoverpa soorten en mijten. In grote aantallen kunnen wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne spp.) ook zorgen voor significante problemen in alle tarwetypes.

Hessische mug, Mayetiola destructor

Deze wordt beschouwd als een van de meest destructieve plagen in tarwe, en de populatie is gerapporteerd in de meeste gebieden waar het gewas (winter, zomer en durum) wordt gecultiveerd. Ernstige infestaties zijn gemeld in Noord Afrika en de VS (midwestelijke staten). Verliezen door insectenactiviteit zijn uitgebreider in het begin van de herfst (10). De volwassenen lijken op kleine muggen.

De schade in planten wordt veroorzaakt door het voeden van de larven in de bladschede bij de node. Wanneer de aanval plaatsvind tijdens kieming van tarwe, kan het zorgen voor plantdood. Als het gebeurd na het scheuten verzwakken de planten, wordt de stengelgroei beïnvloed en breken ze vlakbij de oogst (11). 

Om het risico te verminderen kan je kiezen om te zaaien na de hessische mug’s verspreidingsdagen (begin van oktober voor het noordelijk halfrond, controleer per land 12). In gebieden waar de hessische mug grote problemen vooroorzaakt aan tarwe, moeten grondbewerkingsloze systemen worden vermeden, en vrijwillige tarwe zou moeten worden gecontrolleerd. Tijdens lente zou de teler zijn/haar veld moeten onderzoeken op “lijnzaad” (lijkt overwinterende vorm op = poppen), schat de populatie en besluit of er noodzaak is voor onmiddelijke chemische controle. Er zijn enkele zaadbehandelingen en bladinsecticiden geregistreerd voor het insect. Desondanks, door de gematigde effectiviteit van elke maatregel wordt geadviseerd om het in combinatie te gebruiken met andere gewasmanagement methoden. Gewasrotatie en terughoudende stikstofbemesting kunnen voordelig zijn.

Referenties

  1. https://www.canr.msu.edu/wheat/uploads/files/Wheat-101-report-2021-final%20-%20web.pdf
  2. https://www.agric.wa.gov.au/spring/managing-powdery-mildew-wheat
  3. https://iiwbr.icar.gov.in/wp-content/uploads/2018/02/EB-52-Wheat-Cultivation-in-India-Pocket-Guide.pdf
  4. https://ahdb.org.uk/knowledge-library/septoria-tritici-in-winter-wheat
  5. https://agriculture.vic.gov.au/biosecurity/plant-diseases/grain-pulses-and-cereal-diseases/leaf-rust-of-wheat
  6. https://www.canr.msu.edu/wheat/disease/
  7. https://www.udel.edu/academics/colleges/canr/cooperative-extension/fact-sheets/fusarium-head-blight-management-in-wheat/
  8. https://grdc.com.au/resources-and-publications/grownotes/crop-agronomy/northernwheatgrownotes/GrowNote-Wheat-North-09-Diseases.pdf
  9. https://wheat.pw.usda.gov/ggpages/wheatpests.html#common
  10. https://ipm.ca.uky.edu/content/hessian-fly-wheat
  11. https://extensionpublications.unl.edu/assets/pdf/g1923.pdf
  12. https://extension.psu.edu/hessian-fly-on-wheat

Simón, M. R., Börner, A., & Struik, P. C. (2021). Fungal Wheat Diseases: Etiology, Breeding, and Integrated Management. Frontiers in Plant Science12, 498.

Tarwe plantinformatie, geschiedenis en voedingswaarde

Principes voor het selecteren van de beste tarwevariëteit

Tarwe grond voorbereiding, grond vereisten en zaaivereisen

Tarweirrigatie vereisten en methoden

Tarwe bemestings vereisten

Tarwe plagen en ziekten

Oogst-opbrengst van tarwe

Onkruidmanagement in tarweteelt

ONZE PARTNERS

We bundelen onze krachten met NGO, universiteiten en andere organisaties wereldwijd om onze gemeenschappelijke missie op het gebied van duurzaamheid en menselijk welzijn te vervullen.