Schapen selecteren voor melk of vlees
Dit artikel is ook beschikbaar in de volgende talen:
Dit artikel is ook beschikbaar in de volgende talen: English (Engels) Español (Spaans) Français (Frans) Deutsch (Duits) हिन्दी (Hindi) العربية (Arabisch) Türkçe (Turks) 简体中文 (Vereenvoudigd Chinees) Русский (Russisch) Italiano (Italiaans) Ελληνικά (Grieks) Português (Portugees, Brazilië) Tiếng Việt (Vietnamees) Indonesia (Indonesisch) 한국어 (Koreaans) polski (Pools)
Toon meer vertalingenToon minder vertalingenSelectie van schapen – Algemene strategie
Een veelgemaakte fout van onervaren boeren is dat ze vaak maar één schaap houden. Schapen zijn zeer sociale dieren met een sterk herdersinstinct en is nauw verbonden met zijn partners. Daarom is het goed om een schapenfokkerij te starten door minimaal 3 schapen (bij voorkeur vrouwtjes) aan te schaffen. Het gemiddelde schaap leeft 11-13 jaar, maar kan zich voortplanten van 7-9 maanden tot 6-8 jaar oud. Er zijn -uiteraard- uitzonderingen op deze leeftijdsgrenzen.
Er zijn verschillende rassen en verschillende strategieën voor verschillende behoeften en ervaringsniveaus. Allereerst moet je beslissen of je schapen gaat fokken voor melk en/of vlees. East Friesian, Laucane en Assaf zijn populaire melkrassen, terwijl Dorset en Suffolk worden beschouwd als enkele van de beste vleesrassen.
De meeste boeren beginnen met het fokken van alleen vrouwelijke schapen voor melk, omdat mannetjes vaak agressief zijn en stinken, en in de meeste gevallen speciale behandeling nodig hebben. Ze moeten ook worden geïsoleerd van vrouwelijke schapen. Zo kopen nieuwe boeren vaak 3-4 vrouwelijke schapen – van ongeveer 5 maanden oud – en beginnen ze te fokken. Wanneer de schapen de reproductieve leeftijd bereiken (7-9 maanden oud), paart de boer ze met externe partners (mogelijk moet je hiervoor een vergoeding betalen).
Elk schaap baart gewoonlijk 1-3 babyschapen. Wanneer een schaap (na de zwangerschapsperiode van 5 maanden) een vrouwelijk lam baart, houden de meeste boeren de baby om hun boerderij uit te breiden en de melk van het moederschap op te halen (het gemiddelde schaap produceert 4-8 maanden na de bevalling melk). Wanneer een schaap een mannelijk lam baart (50:50 kans), kunnen ze het jonge mannetje verkopen, het op natuurlijke wijze grootbrengen, of het castreren en het alleen voor vlees of als huisdier grootbrengen. Boeren hebben op het moment dat een schaap bevalt voldoende ervaring met het houden van schapen (meer dan 1 jaar) om hierin een verstandige keuze te maken. Deze keuze hangt nauw samen met het bedrijfsmodel van de boer.
Kortom, de meeste nieuwe boeren beginnen met het fokken van vrouwelijke schapen alleen voor melk en na verloop van tijd kiezen ze er natuurlijk voor om hun veestapel en hun activiteiten uit te breiden naar vleesproductie.