Mais opbrengst schatting per hectare

Afhankelijk van het commerciële gebruik van het eindproduct, is de teler geïnteresseerd in de graan of biomassa opbrengst van de maisplanten. Het doel van de teler is om de maximale oogst te behalen terwijl er een duurzaam profiel wordt behouden. Om dat te doen, moet hij/zij de beste plantdichtheid, variëteit met hoog oogstpotentieel, en het volgen van alle noodzakelijke managementgebruiken om te helpen om de planten hun volle potentie te laten bereiken. Andere factoren zoals grondvruchtbaarheid en abiotische factoren kunnen invloed hebben op een gewas’ uiteindelijke oogst.

Mais korrel opbrengst per hectare

De opbrengst verschilt enorm tussen landen, en zelfs tussen de hoogst producerende landen. Bijvoorbeeld, in de VS ligt de gemiddelde graanopbrengst in het afgelopen decennium rond de 10-11 ton per hectare, in China was het 6 ton per hectare en in Brazilië was het 5 ton per hectare. De oogst in Afrikaanse landen variërt tussen 1 tot 10 ton per hectare, met meestal een gemiddelde productie van 2-4 ton per hectare (1). Gebaseerd op data van de FAO, brengt een goede commerciële graanoogst in een geïrrigeerd veld tussen de 6-9 ton per hectare op. Over het algemeen maken telers een oogstschatting voor het huidige jaar gebaseerd op de vorige oogst en het aantal zakken gevuld met korrels (aantal zakken * volume zak). Een accurate manier om gewasoogst te voorspellen is door een simpele test weeg techniek (2).

Mais kuilvoer oogst per hectare

Volgens de universiteit van Wisconsin, is een makkelijke manier om kuilvoer te berekenen door het berekenen van de eerste graanoogst die je zou kunnen hebben op het veld. Voor elke tot graan per hectare die je zou kunnen hebben, bereken je grofweg 7-8 ton aan kuilvoer per hectare met droge stof niveau van 30%. Dit is natuurlijk een zeer grove schatting, en er kunnen grote afwijkingen zijn gebaseerd op maisvariëteit en milieufactoren (13).

Mais oogsttijd

Over het algemeen hebben de meeste maisvariëteiten een levenscyclus van 100-120 dagen van planten tot oogst. Daarentegen is de exacte oogsttijd sterk beïnvloed door omgevings- en andere factoren, zoals het products’ eindgebruik.

Mais oogsten voor korrels

Het vochtgehalte in de korrels is de hoofdindicator voor het vaststellen van het oogstmoment. Korrels die gedroogd worden na de oogst worden meestal het liefst geoogst als het vochtgehalte gedaald is tot onder de 35% of zelfs 30%. Op deze manier zijn de droogkosten lager. Op dat moment bereikt de mais een maximale accumulatie van droge stof. Veel telers kiezen om nog later te oogsten tot het vochtgehalte is gedaald tot 25%, doelend op het reduceren van machinale verliezen en slagen in het natuurlijk drogen van de kolven in het veld (3).

Deze getallen worden redelijk laat bereikt door het natuurlijk rijpen van de maiskorrels. Daarentegen, als de kolf wordt gebruikt voor menselijke voedselconsumptie kan de oogst vroeger beginnen. De periode die de teler kiest om de planten in het veld te laten na maturatie wordt ook beïnvloed door het weer (risico op opbrengstverliezen), de beschikbaarheid en kosten van arbeid en materiaal, net als de prijs die het uiteindelijke product op de markt kan opbrengen op een specifiek moment.

Te lang wachten met oogsten kan het risico op scheefvallen verhogen door het drogen van de stengels. Dit zal het oogstverlies verhogen voor en tijdens mechanische oogst. Specifieker, als het graanvochtgehalte tot onder de 15% daalt, kunnen de machinale verliezen met 13% toenemen (Stringfield en Anderson, 1960). Buiten het maximaliseren van de oogst, moet de boer graan produceren van accepteerbare of superieure kwaliteit gebaseerd op de marktvraag. De classificatie van korrels en bulk mais is gebaseerd op puurheid, uniformiteit, rondheid en hardheid van de korrels (Watson en Ramstad, 1991).

Oogsten van kuilmais of energiemais

De oogstdag is ook erg belangrijk voor mais die gebruikt wordt als veevoer of voor energieproductie. De oogst zou moeten gebeuren als het droge stof gehalte (DM) van de hele plant tussen de 30-38% is om een maximale opbrengst te bereiken en mais’ beste kwaliteit en inkuilbaarheid. Op dat moment hebben de planten een goed zetmeelgehalte en vezel verteerbaarheid. Er zijn verschillende manieren om het vochtbehalte van kuilmais te berekenen op de boerderij, met de magnetron drooggewicht test als meestgebruikte (4). Als alternatief kan de teler een indicator gebruiken voor het oogstmoment, de verandering van de hulst van lichtgeel-bruin en de korrel melkachtigheid ontwikkeling. Als de maiskorrels tussen de helft en twee derde melkachtig zijn, is het een geschikt moment om kuilmais te oogsten.

Daarentegen kan dit alleen gebruikt worden als indicatie, en de beslissing voor oogsten zou gebaseerd moeten zijn op DM gehalte in de planten.

Als de oogst vroeger plaatsvind (DM onder 30%),wordt verwacht dat dit gebeurd:

  • Opbrengstverlies en voedingsstoffenverlies
  • Overmatig gefermenteerd kuilvoer
  • Lagere zetmeelafzetting en eiwitdegradatie

In dit geval wordt aangeraden dat maisboeren niet doorgaan met korrels verwerken en de haksellengte verhogen van 10-15mm naar 20-25mm.

Aan de andere kant zorgt een verlate oogst (Dm meer dan 35-38%) voor:

  • Verminderde oogst en kwaliteit van kuilmais
  • Verhoogd gevaar voor kuilvoer opwarming
  • Verhoogd vezelgehalte, verminderde verteerbaarheid van het kuilvoer
  • Lijdt tot misfermentatie

Methoden voor graanoogsten

  • Voor korrels

Oogsten met de hand wordt alleen gedaan op hele kleine velden of tuinen waar mais voornamelijk verbouwd wordt voor eigen gebruik (menselijke consumptie of voer voor dieren die de familie bezit). Deze methode is niet kosten- en tijdsefficient aabgezien een persoon tussen de 30 en 100 uur nodig heeft om een hectare met maisplanten te oogsten.

In de meeste gevallen wordt mais voornamelijk mechanisch geoogst, gebruik makend van dorsen, schillen of gecombineerde machines. De teler kan deze machines bezitten, of ze kunnen samen gehuurd worden met een ervaren bediener tijdens de oogstperiode. In dit geval is de tijd die nodig is om een hectare te oogsten door het gebruik van de machine minstens 6 keer minder, afhankelijk van welke machine gebruikt wordt. Tegelijkertijd wordt de efficiëntie van de graanoogst geschat op 80-95%. 

In alle gevallen is het erg belangrijk om de conditie en precisie van de machines te checken die gebruikt gaan worden om oogstverlies te beperken en het breken van het graan te verminderen. De teler of de bediener zou wat kennis of training moeten hebben over hoe de machines werken, wat het optimale graan vocht gehalte bij de oogst is en wat de optimale snelheidsinstelling is.

  • Voor kuilvoer

Voor het selecteren van bovengrondse biomassa van maisplanten bedoeld voor veevoer, gebruiken telers hakselaars. Over het algemeen worden maisplanten voor silo productie gehakt op een gemiddelde hoogte van 10-20 cm (4-8 inches) tot maximaal 45 cm (18 inches). Idealiter zou de haksellengte 10-15 mm zijn, maar de stukjes kunnen groter of kleiner zijn afhankelijk van vochtgehalte.

Mais opslaan – Beste gebruiken voor veiligere en langere naoogstige opslag

Voor de oogst moet een teler kiezen tussen het direct verkopen van zijn/haar producten of het opslaan ervan voor een specifieke periode. In het eerste geval zou de teler al een koper moeten vinden (zoals het geval bij contractteelt), en hoeft hij/zij zich geen zorgen te maken over droog- en opslagkosten. Daarentegen, in dit geval, omdat het aanbod van het product best hoog is, zijn de prijzen die de mais kan krijgen waarschijnlijk relatief laag. Door het product op te slaan, heeft de teler de kans om te verkopen als de prijzen een hoger, meer gewenst niveau bereiken. In gebieden waar de opslagcondities niet optimaal zijn, is het risico van verlengd opslaan hoger omdat het de teler tot 80% van zijn/haar oogst kan kosten (5). In het geval dat ze kiezen om de maiskorrels op te slaan en het risico op verlies door infestaties van de korrels verminderen, zou de teler of silo manager specifieke stappen volgen en uitvoeren:

De silo (opslagbakken) moeten aan bepaalde specificaties voldoen.

Je kan een geschikte maissilo maken, kopen of huren. De silo’s vloer zou betegeld moeten zijn, gladgemaakt, schoon en droog met vochtisolatie. Goede beluchting is ook essentieel. Je moet het gebied rond de opslagbakken (3 meter of 10 voet radius) schoon houden van graanresiduen en andere vegetatie (6). De silo zou zorgvuldig schoongemaakt en ontsmet moeten worden voor het plaatsen van nieuwe korrels. Je kan de silo zorgvuldig inspecteren op scheuren of oude graanresiduen (zoals stof of een valse vloer). Vergeet niet de ventilatie schoon te maken en alle scheuren en gaten in de bakken te repareren. Daarbuiten kan je sproeien met gecertificeerde (overgebleven) insecticiden op de vloer of muren van de silo voor het opslaan van nieuwe korrels.

Plaats alleen gezonde korrels in de silo

Het vochtgehalte en de temperatuur van maiskorrels die opgeslagen gaan worden beïnvloed de lengte van de opslag. De korrels moeten verder gedroogt worden (waar nodig) tot een maximum vochtgehalte van 13,5%  als langere opslag bedoeld is (rond 6 maanden) (7). Als de korrels gebruikt gaan worden als voeder en ze een hoog vochtgehalte hebben, kan de teler wat conserveermiddelen gebruiken zoals propionzuur of een mengsel van azijnzuur en propionzuur. Deze stoffen beïnvloeden de voedingswaarde en veiligheid van het product niet en beschermd het tegen schimmelinfecties. Vraag bij de locale geregistreerde agronoom.

Categorizeer de korrels gebaseerd op kwaliteit

Verwijdering van geïnfecteerde zaden en vreemd materiaal. Het is het beste om de graankorrels niet op een stapel direct op de grond te plaatsen zonder vochtbestendige materialen. Het wordt sterk geadviseerd om de korrels in zakken te doen en/of regelmatig controleren om te zorgen dat hun gezondheid en kwaliteit op een goed niveau blijven.

Chemische bescherming

Van het oogstmoment kan de teler beschermende producten aanbrengen met de volgende actieve stoffen: pirimiphosmethyl, (S) -methopreen (8). De korrels kunnen behandeld worden met bijpassende en gecertificeerd insecticidenpoeder als het nodig is. Over het algemeen wordt aangeraden om zulke behandelingen uit te voeren voor voor het plaatsen van het zaat in de opslagbakken, en in dit geval kan de opslag meer dan een jaar duren. Als de graankorrels worden opgeslagen in gebieden waar de temperatuur en de luchtvochtigheid hoog zijn, dan is een graanbeschermer belangrijk om aan te brengen soms opgevolgd door een aanvul behandeling (aanbrengen aan de bovenkant van de graanmassa).

Verder kan een grote variatie aan ontsmettende insecticiden gebruikt worden op de graankorrels opgeslagen in bergen (niet in zakken). Enkele van de meest belangrijke actieve ingrediënten zijn:

  • Aluminiumfosfide
  • Koolstofdioxide (CO2)
  • Magnesiumfosfide
  • Broommethaan
  • Deltamethrin

Afhankelijk van het product dat de teler gaat gebruiken, zou hij/zij de instructies van het label moeten opvolgen en natuurlijk vragen bij een locaal geregistrerde agronomist. Voor betere resultaten zou de teler zulke middelen moeten aanbrengen als de temperatuur boven de 15,5°C (60 F), met een vochtgehalte rond de 12-13% (9, 10).

Regelmatige inspecties

Uitgebreidere opslag op de boerderij van geoogste mais vergroot het risico op naoogst verliezen door pathogenen (schimmel), ongedierte en opgeslagen graan plagen, zelfs als de voorgaande stappen gevolgd zijn. Als de temperatuur in de silo boven de 13-15,5°C (55-60 F), dan zou de inspectie vaker moeten plaatsvinden (eenmaal per week), waar als de temperattur onder de 13 °C (55 F) is, de inspectie maar eenmaal per 2 weken hoeft (9). Buiten de visuele inspectie zou de teler representatieve samples moeten nemen van de graanstapel en testen op vraat en schimmelbesmetting. Onthoudt dat wanneer de temperatuur laag is, het beter is om een sample uit het midden van de stapel te pakken waar de kans groter is om insecten te vinden op dat moment. In combinatie met samples nemen kan de teler trapsensoren gebruiken om soorten en aantallen maisinsecten bij te houden.

De meest voorkomende insecten in opgeslagen mais zijn:

  • Maisklander (Sitophilus zeamais).

Het kan zich voeden met onbeschadigde graankorrels. Het is moeilijk een vroege infestatie om vroeg te detecteren omdat de insecten zich in graankorrels boren en daarin blijven zitten.

  • Prostephanus truncates 

De larven voeren zich aan beschadigde korrels. Het wordt beschouwd als een van de meest destructieve insecten van opgeslagen product in Afrika. Buiten de schade door voeren aan de maiskorrels, zorgt het voor grote verliezen door het overbrengen van virussen als A. flavus, F. moniliforme, en P. islandicum (11). De teler zou onmiddelijk maatregelen moeten nemen als hij/zij er meer dan 5 insecten vind per val.

  • Motten als Sitotroga cerealella

De larven kunnen niet makkelijk gedetecteerd worden omdat ze groeien in de korrels. De maiskorrels kunnen geparasiteerd worden zowel tijdens het vruchtstadium van de planten als tijdens de naoogst stages (12).

  • Kastanjebruine rijstmeelkever (Tribolium castaneum).

Het gedijt in gematigde gebieden en kan de wintermaanden overleven in beschermde verwarmde gebieden. Het voed zich aan beschadigde korrels. Meetbare verliezen vinden plaats als er meer dan 1.000 insecten in de vallen worden gedetecteerd per week.

Referenties

  1. Corn yields, 2018 (ourworldindata.org)
  2. Agronomy | Free Full-Text | Estimation of Maize (Zea mays L.) Yield Per Harvest Area: Appropriate Methods | HTML (mdpi.com)
  3. id-139: Corn Harvesting, Handling, Drying, and Storage (uky.edu)
  4. Red Clover Harvest Management (wisc.edu)
  5. Post_harvest_handling_and_protection.pdf (kalro.org)
  6. PROTECTING STORED CORN | Appling County Crop E News (uga.edu)
  7. GPP_MAIZE.pdf (acfs.go.th)
  8. Insect Management Recommendations for On Farm Stored Grain // Integrated Crop and Pest Management News Article // Integrated Pest Management, University of Missouri
  9. Steps to Prevent Stored Grain Infestations (sdstate.edu)
  10. Controlling Insects in Stored Grain | Entomology (uky.edu)
  11. Maize Weevil (kznhealth.gov.za)
  12. Sitotroga cerealella (grain moth) (cabi.org)
  13. https://fyi.extension.wisc.edu/forage/files/2014/01/BuyingSellingCS.pdf

Sampathkumar, T.; Pandian, B.J.; Rangaswamy, M.V.; Manickasundaram, P.; Jeyakumar, P. Influence of deficit irrigation on growth, yield and yield parameters of cotton-maize cropping sequence. Agric. Water Manag. 2013, 130, 90–102.

Stringfield, G. H., & Anderson, M. S. (1960). Corn production (No. 2073). US Department of Agriculture.

Watson, S.A., Ramstad, P.E., 1991. Corn: Chemistry and Technology. American Association of Cereal Chemists Inc, St. Paul, MN, USA.

Snelle feitjes over mais

Mais voedingswaarde en gezondheidsvoordelen

Mais plant informatie en productie

Hoe mais te verbouwen voor winst – Mais verbouw gids

Principes voor het selecteren van de beste mais variëteit

Mais grond voorbereiding, grond vereisten en zaaibenodigdheden

Mais plagen en ziekten

Mais water benodigdheden en irrigatiesystemen

Mais bemestingsvereisten

Hoe je succesvol onkruid onder controle houdt tijdens mais verbouwen voor hogere opbrengst

Opbrengst, oogst en naaoogst behandelen van mais

ONZE PARTNERS

We bundelen onze krachten met NGO, universiteiten en andere organisaties wereldwijd om onze gemeenschappelijke missie op het gebied van duurzaamheid en menselijk welzijn te vervullen.