Oogst, opbrengst en naoogst omgaan met tarwe

Oogstpotentieel van tarwe

Graanopbrengst per hectare

De teler’s doel is om een uiteindelijke opbrengst te hebben die zo weinig mogelijk uitwijkt van de potentiële oogst van de tarwevariëteit die gebruikt is. Daarentegen hangt de uiteindelijke oogst af van de variëteit, grondsoort, water en voedingsstof beschikbaarheid, weerscondities, lengte van de cultivatieperiode, het succes van onkruidmanagement en gewasbescherming en het moment en methode van oogsten. Bijvoorbeeld, wintertarwe heeft, net zoals geïrrigeerde tarwe (of goed beregende) heeft hogere oogsten vergeleken met zomertarwe (2-2,5 ton per hectare verschil) en onbewaterde tarwe (He et al., 2013). Gemiddeld varieert graanoogst van minder dan 1 ton per hectare tot meer dan 10 ton per hectare. Meeste (winter) tarweverbouwende gebieden produceren rond 3 tot 7 ton per hectare, met het Guinnes wereldrecord op 16,52 ton per hectare (2018, Nieuw Zeeland)

Stro oogst per hectare

Tarwe wordt voornamelijk gecultiveerd voor het graan. De strootjes van de planten blijven meestal op het veld na de oogst. Daarentegen kiezen sommige telers om tarwestrootjes te balen en te verkomen als bodem voor vee om hun inkomen te verbeteren. De stro oogst hangt af van de tarwevariëteit, de temperatuur, de waterbeschikbaarheid, het grondtype en de oogstmachine’s aarsnijhoogte. Gemiddeld kan de stro oogst varieren van 1,25 tot 5 ton droge stof per hectare afhankelijk van variëteit, weer en oogstcondities (1).

Oogstperiode voor tarwe

De tarweoogst kan beginnen wanneer de dorser een schoon graansample kan geven, en het gewas het maximale droge korrelgewicht heeft bereikt. Dit moment is als het gewas fysiologische volwassenheid heeft bereikt. Vanaf dat moment accumuleert het gewas niet meer opbrengst, de stengels worden geel eb get vochtgehalte in de korrels begint af te nemen tot onder 35-40%. Afhankelijk van de weercondities, zijn nog 10-14 dagen nodig voor de hele stengel om uit te drogen en het vochtgehalte van de korrels te laten vallen onder de 20% zodat de mechanische oogst kan beginnen (2). Daarentegen oogsten de meeste boeren liever niet op dat moment en wachten ze tot het vochtgehalte is gedaald tot de gewilde 12,5%.
Meestal is het moment waarop ze het veld opgaan voornamelijk afhankelijk van het vochtgehalte van het graan en de beschikbaarheid van graandroogfaciliteiten (3). Wanneer het handmatig geoogst wordt kunnen de korrels verzameld worden bij een vochtgehalte van 25%, 4-5 dagen voordat ze overrijp zijn (4).

Buiten het vochtgehalte van de tarwekorrels, kan de teler zijn/haar beslissing voor de oogsttijd baseren op factoren als:

  • Weercondities
  • Het risico op ziekteverspreiding. Dit is voornamelijk belangrijk voor variëteiten die vatbaar zijn voor Fusarium oorziekte. Telers verkennen vaak het veld en beginnen oogst zelfs bij 20% graanvocht (1) in het geval van infectie. Tijdens oogsten kan je wat van het graan verwijderen dat iets meer geïnfecteerd is door de schimmel door de lucht omhoog te zetten en het uit de achterkant te blazen samen me de stro (5). Houdt de geïnfecteerde korrels altijd gescheiden van de gezonde.
  • Het risico op vallen en vooroogstige kieming. Begin oogsten eerst in velden met het hoogste risico en de meest vatbare variëteiten.
  • De beschikbaarheid van personeel, machines en geschikte droog en opslagfaciliteiten etc. 

Vertraagde tarweoogst kan leiden tot tarwekiempjes, verminderde bloemkwaliteit en graangewicht (droge stof) en verliezen door het uitvallen van de korrels tijdens mechanische oogst. Tarwe kan gedorst worden met sikkel, belopen door vee op een dorsvloer of energiegedreven dorsers (maaidorser). Meeste moderne variëteiten rijpen gelijkmatig wat mechanische oogst veel makkelijker en kosteneffectief maakt. Daarentegen sproeien telers in sommige gevallen glyfosfaat tijdens de harde deegfase om het drogen van het gewas te versnellen (binnen een week van aanbrengen). Daarentegen heeft deze methode belangrijke nadelen en wordt geadviseerd deze te vermijden. Een andere techniek die veel gebruikt werd in het verleden is zwadden, maar het hoge risico voor vooroogstig kiemen heeft het gebruik gelimiteerd (6).  

Over het algemeen is het het beste om in de ochtend te beginnen met oogsten en niet na regenval. Door de hoge temperatuur, lage vochtgehalte en werkende machines, is er een risico op brand. Wees zorgvuldig en neem voorkomende maatregelen.

Naoogstige behandeling van tarwekorrels

Veilige, langdurige opslag van tarwekorrels is mogelijk als het vochtgehalte lager is dan 12%, idealiter 10%. Als de zaden opgeslagen worden in zakken, zou het vochtgehalte nog minder moeten zijn, vlakbij 9% (7).

Er zijn 2 graandroger hoofdtypen:

  • Drogers die gebruikmaken van hete lucht met temperaturen boven de 38oC (100oF). Dit is een snel proces en is meer geschikt als de graankorrels geoogst zijn met een hoog vochtgehalte.
  • Natuurlijke lucht en lage temperatuur drogers. De korrels worden langzaam gedroogd in opslag voor 3-6 weken. Met deze methode hebben gedroogde korrels een hoger gewicht, kieming en minder breking (8).

Opslag

Er zijn verschillende opslagopties zoals gasdicht sluitbare silo, ongesloten silo, graanopslag zakken en graanschuren. Je kan de voor en nadelen van elke keuze onderzoeken voor het kiezen waar het graan wordt opgeslagen. In het geval dat besloten wordt om tarwezaden op te slaan en het risico op ziekten door infestatie op de korrels te verminderen, zou de teler of silo manager specifieke stappen moeten volgen en uitvoeren:

De silo (opslagbakken) zouden aan bepaalde specificaties moeten voldoen

Je kan de geschikte silo bouwen, kopen of huren. De silo’s vloer zou bedekt-betegeld, gladgemaakt, schoon en droog met goede vochtisolatie zijn. Goede beluchting is ook essentieel. Je moet het gebied rond de opslagbakken (3 meter of 10 feet radius) schoonhouden van graanresiduen en vegetatie (9). De silo zou grondig schoon en ontsmet moeten worden voor het plaatsen van nieuw graan. Je kan de silo zorgvuldig inspecteren op scheuren of oude graanresiduen (zoals een valse vloer). Vergeet niet de ventilatie schoon te maken en scheuren en gaten in de bakken te repareren. Verder kan je sproeien met gesertificeerde (residu) insecticiden op de vloeren de muren van de silo voor het opslaan van nieuw graan. Je kan vragen bij de lokale gecertificeerde professionele agronoom.

Plaats alleen gezonde korrels in de silo

Het vochtgehalte en de temperatuur van de opgeslagen tarwezaden zal zeker de lengte van de opslagperiode beïnvloeden.

Chemische bescherming

Van het oogstmoment kan de teler beschermende producten aanbrengen met de volgende actieve stoffen: pirimiphos-methyl, (S) – methopreen (10). Je zou altijd je lokale geregistreerde agronoom moeten raadplegen. De korrels kunnen behandeld worden met gecertificeerd insecticidenpoeder waar nodig. Gebruikelijk wordt het geadviseerd om zulke behandelingen uit te voeren voor het plaatsen van de zaden in opslagbakken en in dit geval als de opslag meer dan een jaar duurt. Als de korrels opgeslagen worden in gebieden waar de temperatuur en luchtvochtigheid hoog zijn, dan is het belangrijk dat een graanbeschermer wordt aangebracht, soms gevolgt door een aanvul behandeling (aanbrengen aan de bovenkant van de graanmassa).

Om te beschermen tegen opslagplagen, is het gebruikelijk te fumigeren en de ruimte gesloten te houden voor 24 uur. Deze techniek is het beste om alleen aan te brengen in gasdichte sluitbare opslag om de ontwikkeling van fosfaatresistente insecten te voorkomen. Voor het controleren van ongedierte zoals ratten, is zinkfosfide erg effectief. Enkele veelvoorkomende graanontsmetters  zijn fosfine, sulfurylfluoride en dichloorvos. Producten met zulke actieve stoffen kunnen pestpopulaties (alle groeifasen van plagen) in geïnfesteerd graan controleren. Enkele algemene graanbeschermers zijn pirimiphos-methyl, fenitrothion, chlorpyrifos-methyl, methopreen en deltamethrin (7).

Afhankelijk van het product dat de teler gaat gebruiken, moet hij/zij de instructies op het label volgen en natuurlijk vragen bij de lokaal geregistreerde agronoom.

Reguliere controles

Verlengde opslag op de boerderij of geoogste zaden verhoogt het risico van naoogstige verliezen door pathogenen (schimmel), knaagdieren en opgeslagen graanplagen, zelfs als de voorgaande stappen gevolgd zijn. Als de temperatuur binnenin de silo boven de 13-15,5 oC (55-60 oF) is, dan zou de inspectie vaker uitgevoerd moeten worden (ca eenmaal per week), waar als de temperatuur onder de 13 oC (55 oF) is, de inspectie iedere 2 weken kan worden uitgevoerd (9). Buiten de visuele inspectie, zou de teler ook representatieve samples van de graanstapels moeten nemen en deze onderzoeken voor insectenschade-aanwezigheid van schimmelbesmetting. Houdt rekening dat wanneer de temperatuur laag is, het beter is om een sample uit het midden van de stapels te nemen waar het waarschijnlijker is om insecten te vinden op dat moment. In combinatie met samplen kan de teler trapsensoren gebruiken om de soorten en aantallen insecten in het opgeslagen product te volgen.

Kwaliteitstests

Om de kwaliteitsclassificatie te faciliteren en het eindgebruik van de geoogste korrels te specificeren, is het essentieel om kwaliteitstests uit te voeren (5). Zulke tests focussen op het volgende:

  • Eiwitgehalte
  • Eiwitkwaliteit
  • Valgetal
  • Onzuiverheden (screening)
  • Hardheid
  • Vochtgehalte
  • Gewicht: Door het vaststellen van hectoliter gewicht van korrels kan de molenaar de bloemoogst voorspellen

Zoals eerder genoemd, wordt de graankwaliteit sterk beïnvloed door de naoogst behandeling en opslagomstandigheden evenals de veld management gebruiken tijdens de cultivatieperiode van tarwe. Om marktstandaarden te behalen moet de teler alle nodige maatregelen nemen en bewust zijn van de impact van elke actie op de graankwaliteit karakteristieken.

Referenties

  1. https://www.canr.msu.edu/wheat/uploads/files/Wheat-101-report-2021-final%20-%20web.pdf
  2. https://extension.umn.edu/small-grains-harvest-and-storage/managing-wheat-harvest
  3. https://www.sepwa.org.au/phocadownload/projects/high_moisture/highmoisturebookfinal.pdf
  4. https://iiwbr.icar.gov.in/wp-content/uploads/2018/02/EB-52-Wheat-Cultivation-in-India-Pocket-Guide.pdf
  5. https://grdc.com.au/resources-and-publications/grownotes/crop-agronomy/northernwheatgrownotes/GrowNote-Wheat-North-12-Harvest.pdf
  6. https://extension.umn.edu/small-grains-harvest-and-storage/managing-wheat-harvest#how-to-identify-physiological-maturity-1406660
  7. https://grdc.com.au/resources-and-publications/grownotes/crop-agronomy/northernwheatgrownotes/GrowNote-Wheat-North-13-Storage.pdf
  8. https://extension.umn.edu/small-grains-harvest-and-storage/drying-wheat-and-barley#adding-heat-1407512
  9. https://site.extension.uga.edu/applingcrop/2019/08/protecting-stored-corn/
  10. https://ipm.missouri.edu/cropPest/2014/10/Insect-Management-Recommendations-for-On-Farm-Stored-Grain/

He, Z., Joshi, A. K., & Zhang, W. (2013). Climate vulnerabilities and wheat production.

Tarwe plantinformatie, geschiedenis en voedingswaarde

Principes voor het selecteren van de beste tarwevariëteit

Tarwe grond voorbereiding, grond vereisten en zaaivereisen

Tarweirrigatie vereisten en methoden

Tarwe bemestings vereisten

Tarwe plagen en ziekten

Oogst-opbrengst van tarwe

Onkruidmanagement in tarweteelt

ONZE PARTNERS

We bundelen onze krachten met NGO, universiteiten en andere organisaties wereldwijd om onze gemeenschappelijke missie op het gebied van duurzaamheid en menselijk welzijn te vervullen.