Hoe je succesvol onkruid onder controle houdt tijdens mais verbouwen voor hogere opbrengst

Mais onkruidmanagement

Onkruidmanagement is misschien wel de meest dure activiteit in maiscultivatie, maar is strict noodzakelijk. De reden is dat het onkruid concurreert met maisplanten voor water, voedingsstoffen en toegang tot zonlicht, voornamelijk tijdens de “kritieke stages” van het gewas. Dus, als ze niet onder controle worden gehouden, kunnen ze de uiteindelijke opbrengst met 30% verminderen, of in sommige gevallen zelfs 91% (1, 2).

Onkruidmanagement, zoals gewasbescherming tegen fytopathogenen, zou moeten benaderd worden met een holistisch systeem door rekening te houden met het implementeren van een variatie aan controlestrategiën. De maisteler heeft meerdere controle maatregelen zoals grondbewerking, het gebruik van herbiciden en biologische controle tot zijn/haar beschikking. De uiteindelijke management strategie die gevormd wordt moet rekening houden met factoren als:

  • Het cultivatiesysteem
  • De onkruidsamenstelling in het veld
  • De grootte van de onkruidpopulatie
  • De grootte van de boerderij en de beschikbare arbeid en machines
  • De maisvariëteit en de zaaiafstand die gebruikt is
  • De regenval vlak voor en na het mais zaaien

In alle managementgebruiken, is de prioriteit om de onkruids zadenbank te reduceren in de grond, de hoeveelheid onkruid te limiteren die opgekomen zijn in het veld tijdens de mais zaaitijd, en ten slotte het veld onkruidvrij houden tijdens de eerste kritieke fasen van mais zaailingengroei.

Belangrijkste onkruidsoorten in mais – onkruid identificatie

De samenstelling (bedoelend de onkruidsoorten die in het veld groeien) is de belangrijkste factor die invloed heeft op onkruidmanagement maatregelen die de teler gaat gebruiken. In deze context, zou de teler moeten bijhouden welke onkruidsoorten groeien in zijn/haar veld en de populaties. Verder, precisie teeltinstrumenten kunnen het maken van een veldkaart faciliteren die illustreert wat de onkruid soort verspreiding is in het veld. Om onkruid te identificeren, kan je een identificatiegids gebruiken, zowel een fysieke kopie als electronisch (veel smartphone apps zijn al beschikbaar). Onderschat niet het belang van dingen registeren. Bijhouden hoe de onkruidpopulatie verspreid kan informatie geven over de effectiviteit (of niet) van controle handelingen en kan gebieden aanwijzen in het veld die extra aandacht nodig hebben (precisie controle).

De onkruidsoorten worden op twee manieren geclassificeerd:

  • smalgebladerd en breedgebladerd onkruid en
  • jaarlijks vs meerjarig onkruid

De onkruidsoorten kunnen verschilen tussen verschillende gebieden-landen en velden. Meeste regeringen publiceren zulke locale lijsten. Enkele van de meest belangrijke onkruiden van mais kunnen hier worden gevonden (3).

Buiten de onkruidgeschiedenis van het veld, zou de teler verschillende onkruidsoorten in een vroeg stadium moeten kunnen herkennen (zaadlobben of coleoptyl) om de beste controle maatregel zo snel mogelijk te selecteren en implementeren.

Elke verandering in onkruidmanagement  strategie en/of cultivatiesysteem (zoals de transitie van conventioneel naar organisch/conservatief agricultuur systeem) zal waarschijnlijk de dominante onkruidsoort veranderen en de populatiegrootte in het veld (3).

Van alle onkruidsoorten is striga( Striga asiatica(L.) Kuntze) een hoofdvijand van mais, zorgend voor oogstverlies tot aan een gefaald gewas (4), vooral in Afrika. Om striga onder controle te houden, hebben wetenschappers recent een efficiënte technologie ontwikkeld die betrekking heeft met het coaten van IR maisvariëteiten met imazapyr (5).

Resistentie van onkruid voor gebruikte herbiciden is een belangrijk probleem wereldwijd. De gevallen verschillen waarschijnlijk per land en de actieve stof van de herbicide. Hou hier een oog op de laatste updates (6).

Enkele algemene voorbeelden van onkruid in maisgewassen die een herbicideresistentie hebben tegen ten minste een middel zijn:

  • melganzenvoet (Chenopodium album),
  • Cyperus spp.
  • Duizendknop (Persicaria maculosa),
  • Zwarte nachtschade(Solanum nigrum)
  • Amarant
  • Vingergras (Digitaria)
  • Meerjarig raaigras (Lolium perenne)
  • Fijnstraal (Erigeron)
  • Jaarlijks raaigras(Festuca perennis)
  • Sorgo (Sorghum halepense)

Geïntegreerde onkruidmanagement van mais

Geïntegreerde onkruidmanagement is simpelgezegd het gebruik van meerdere technieken, zoals grondbewerking, gebruik van herbiciden en andere acties die invloed hebben op onkruiddichtheid, overleven, competitie en soorten. De benadering wordt sterk aangeraden omdat de combinatie en/of  een veelvoorkomende afwisseling van controle maatregelen zorgen voor een langetermijns onkruid management met een hogere slagingskans en een duurzamer profiel. In de meeste gevallen, zoals in intensieve monocultuur van mais, waar de telers meer vertrouwen op een oplossing door het aanbrengen van herbiciden dankzij de lagere kosten en snellere-betere resultaten die het meestal biedt.

Vooropkomstige onkruidcontroletechnieken

De meeste telers vertrouwen op het succesvol onder controle houden van onkruid nog voor het zaaien van hun gewas. Een relatief onkruidvrij veld en een snel kiemende en groeiende maisvariëteit verminderd de noodzaak voor naoogstige handelingen en, als resultaat zal de kosten voor de teler verminderen. De gebruikte maatregelen zijn:

Grondbewerking-ploegen

De zaaibed voorbereidingen beginnen lang voor het zaaien van het mais in het veld. Afhankelijk van het cultivatiesysteem en de intensiteit van de onkruidinfestatie in het veld, heeft de teler waarschijnlijk tussen de 1 en 6 grondbewerkingssessies  nodig gecombineerd met in de meeste gevallen herbiciden sproeien.

Onkruid affakkelen (kan kosteneffectiever gebruikt worden op kleinere boerderijen) (7)

Gewascompetitie. Gewascompetitie in mais kan te maken hebben met technieken zoals een verminderde rijafstand, verhoogde zaaidichtheid en het gebruik van competitieve cultivars die onkruidonderdrukkende potentie tonen (8).

Grove zaaiafstand

De teler moet onthouden dat een bredere zaaiafstand meer ruimte laat voor het licht om in het gewas te dringen, zo de kieming en groei van onkruid faciliterend. Er is geen “gouden recept” voor het vinden van de ideale afstand, dus moet de teler enkele seizoenen experimenteren.

Gebruik meer onkruidcompetitieve maisvariëteiten (met grote oorproliferatie of niet, de kieming en opkomsttempo, etc.)

Gebruik van competitieve cultivars die onkruidonderdrukkende potentie tonen

Chemische onkruidcontrole in mais – herbiciden

In dit geval moet de teler besluiten of hij/zij een breed spectrum of een selectieve herbicide gebruikt. Gebruikelijk gebruikt de teler een mengsel van een triazine herbicide, zoals astrazine of terbuthylazine voor breedgebladerde onkruidcontrole en een chloroacetanilide zoals alachloor, metolachloor en acetochloor voor de controle van gras onkruiden (Foundation for Arable Research) (9). De verschillende onkruidtypes absorberen de actieve stoffen door een verschillend mechanisme, en de effectiviteit van de aanbrenging wordt ook beïnvloed door externe factoren (zoals grondvochtgehalte etc.). Je moet een geregistreerde agronoom consulteren en het label zorgvuldig lezen voor gebruik om een overdosis te voorkomen.

Om de ontwikkeling van resistentie in de onkruidpopulatie te voorkomen, kan je regelmatig wisselen van herbicide (als werkingsmechanisme). Ten slotte, bepaalde bioherbiciden zijn ook beschikbaar en kunnen gebruikt worden als een alternatief.

Na-opkomst onkruidcontrole in mais

Voornamelijk in het geval dat mais vroeg gezaaid is en het kiemingstempo laag ligt, is er misschien de noodzaak om complementaire onkruidcontrole toe te passen. Totdat het bladerdek sluitend is van het gewas, zijn deze stages gekarakteriseerd als “kritiek” voor het gewas. De teler zou het onkruid onder controle moeten houden tijdens de eerste gewasfasen om de uiteindelijke oogst te beschermen. Deze kritieke periode duurt tot 21-28 dagen na het zaaien, als de mais 8-19 bladeren heeft ontwikkeld (10). Onkruid moet vroegtijdig verwijderd worden (voordat ze 2-4 bladeren groeien). Nadat het gewas verschenen is, kan de teler een van de onderstaande strategiën gebruiken:

Grondbewerking tussen rijen

Timing is essentieel voor het succes van deze handeling. Onkruid moet vroeg verwijderd (voordat ze 2-4 bladeren groeien). Dit verminderd de competitie met het gewas voor voedingsstoffen, licht en water op tijd. Na-opkomst grondbewerking kan geïmplementeerd worden als het gewas vaste rijafstand heeft (geen los zaaien) om de schade tegen zaailingen te verminderen door machines of de teler.

Gebruik van selectieve (smal spectrum) herbiciden

Mais heeft slechte competitieve kracht tegen onkruid in de eerste groeifasen. De herbiciden aanbrengen na opkomst kan gebeuren op specifieke stukken van het veld waar het probleem (=onkruid) wordt gevonden. De onkruidmap van het veld is handig om dat te definiëren. Zoals het voor-opkomst gebruik, zou de teler moeten bijhouden wat de effectiviteit van de maatregel en herbiciden gebruiken met verschillende werkingsmethoden. Dit verminderd het gevaar van resistentie ontwikkeling van het onkruid tegen de specifieke stoffen. De Iowa staatsuniversiteit heeft een lijst uitgebracht van de nieuwe producten voor onkruidcontrole in mais in 2021 (11). Vergeet niet dat sommige maatregelen indirect voorkeur hebben voor mais ten opzichte van onkruid. Bijvoorbeeld, een goed gebalanceerde bemesting en irrigatieschema kan het gewas boosten en de groei versnellen.

Intercropping en gewasrotatie voor betere onkruidmanagement in mais

Monocultuur mais in een veld voor vele jaren kan een dramatische invloed hebben op de onkruidcompositie en populatie. De introductie van andere plantensoorten (gebruikelijk gewassen) in het veld kan een verschil maken en de oogstverliezen van mais verminderen. De teler kan dit doen door het toepassen van:

*intercroppen: de cultivatie van twee soorten gewassen in het veld in dezelde cultivatieperiode. Dit gebeurd gebruikelijk in stroken (strookteelt)

*gewasrotatie: de gewasrotatie in een veld kan een 2 tot zelfs een 5-jarig schema volgen.

*gebruik van dekgewas en intermediaire gewassen

In alle drie de strategiën, is mais gekarakteriseerd als het hoofdgewas. Dit betekend dat de combinatiegewassen die geselecteerd worden de mais moeten “helpen” om de oogst te verhogen, zelfs op hun kosten. De teler zou zijgewassen moeten kiezen na een goedonderzochte zoektocht. Voor betere resultaten wordt geadviseerd om bij de locale agronoom te adviseren.

Mais is een van de meest gebruikte gewassen voor intercrop systemen, en het kan succesvol samen gecultiveerd worden met:

  • peulvruchten (bvb gewone bonen) (het is de meest bestudeerde combinatie met betere resultaten voor maisoogst) (12)
  • sojaboon/pinda/gierst (13, 14, 15)
  • tarwe en andere granen (16)
  • pompoen (17)
  • aardappel (18)

De bovengenoemde gewassen worden over het algemeen aangeraden en gebruikt in mais gewasrotatie programmas. Over het algemeen, in elke van de drie genoemde systemen, moeten we soorten selecteren die niet dicht verwant zijn met elkaar en verschillende onkruid en fytopathogene “vijanden” heeft. Dit zal de selectiedruk op specifieke onkruidsoorten sterk verminderen en daarmee de sterke aanwezigheid op het veld verminderen. De gewasrotatie is een erg efficiënte controle maatregen voor twee belangrijke onkruidsoorten van mais: de Cyperus spp. en de Sorghum halapense ( in de volksmond sorgo).

Referenties

  1. http://citeseerx.ist.psu.edu/viewdoc/download?doi=10.1.1.193.1401&rep=rep1&type=pdf
  2. https://www.cambridge.org/core/journals/weed-science/article/water-use-and-light-interception-under-palmer-amaranth-amaranthus-palmeri-and-corn-competition/C68EB350C00BAED811F876FEDFF06FE5
  3. https://iimr.icar.gov.in/weed-management/
  4. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0378429007002456?casa_token=S3OrRyVH8nIAAAAA:54ecoKEsHK1Ibq9MXF938n3ddc0xPvq-lpzth7VE3wKYQKg_JXJzKf-rPpQJsn0V8EO6wEaVjL0
  5. https://repository.cimmyt.org/bitstream/handle/10883/19063/58902.pdf?sequence=1&isAllowed=y
  6. https://weedscience.org/Home.aspx
  7. https://agronomy.unl.edu/documents/Integrated%20Weed%20Mana.%20in%20Corn.pdf
  8. https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0261219416301193
  9. https://www.far.org.nz/assets/files/uploads/FAR_Focus_11_-_weeds_in_maize.pdf
  10. https://www.cambridge.org/core/journals/weed-science/article/why-early-season-weed-control-is-important-in-maize/65F25F6C90B510042E033D0CB6049767
  11. https://crops.extension.iastate.edu/blog/prashant-jha-ramawatar-yadav/what%E2%80%99s-new-weed-control-corn-and-soybean-2021
  12. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S2666790820300033
  13. https://www.mdpi.com/2077-0472/12/2/151/pdf
  14. https://research.wur.nl/en/publications/maizepeanut-intercropping-increases-land-productivity-a-meta-anal
  15. https://library.wur.nl/WebQuery/wurpubs/fulltext/511549
  16. https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0378429001001563
  17. https://edepot.wur.nl/22637
  18. https://www.degruyter.com/document/doi/10.1515/opag-2017-0044/pdf

Snelle feitjes over mais

Mais voedingswaarde en gezondheidsvoordelen

Mais plant informatie en productie

Hoe mais te verbouwen voor winst – Mais verbouw gids

Principes voor het selecteren van de beste mais variëteit

Mais grond voorbereiding, grond vereisten en zaaibenodigdheden

Mais plagen en ziekten

Mais water benodigdheden en irrigatiesystemen

Mais bemestingsvereisten

Hoe je succesvol onkruid onder controle houdt tijdens mais verbouwen voor hogere opbrengst

Opbrengst, oogst en naaoogst behandelen van mais

ONZE PARTNERS

We bundelen onze krachten met NGO, universiteiten en andere organisaties wereldwijd om onze gemeenschappelijke missie op het gebied van duurzaamheid en menselijk welzijn te vervullen.